Onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen

Een omvangrijk deel van de begroting is binnen de diverse programma’s bestemd voor het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Het is van belang dat hierover een zorgvuldig beheer wordt gevoerd, want het is juist de kwaliteit van de openbare ruimte die door de inwoners vaak intensief wordt beleefd.

De gewenste kwaliteit van de openbare ruimte wordt vastgelegd in beleidsplannen. De vaststelling hiervan is voorbehouden aan de raad en wordt door het college uitgewerkt in de diverse beheersplannen.

In deze paragraaf worden voor de kapitaalgoederen wegen, infrastructurele kunstwerken, openbare verlichting, riolering, water openbaar groen en gebouwen achtereenvolgens aangegeven:

  1. Het beleidskader;
  2. Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren;
  3. Financiële consequenties beleidsdoel.

Voordat we daarmee starten, volgt eerst een samenvattend overzicht van de actualiteit van onze plannen en de verwerking daarvan in deze begroting.

Beleidsplan

Betreft periode (vaststelling)*

Financieel
verwerkt in begroting

Groenstructuurplan

2013-2017 (2013)

Ja

Beleidsplan openbare verlichting

2013-2017 (2013)

Ja

Nota wegenbeheer

2009-2013 (2009)

Ja

Nota onverharde wegen

2009-2013 (2009)

Ja

Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP)

2006-2015 (2006)

Ja

Beleidsplan onderhoud gemeentelijke gebouwen

2013-2017 (2012)

Ja

Waterplan

2007-2016 (2007)

Ja

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan

2012-2015 (2011)

Ja

Grondwaterbeleidsplan

2007-2016 (2007)

Ja

Landschapsontwikkelingsplan (LOP)

2010-2020 (2010)

Ja

Beheerplan

Betreft periode (vaststelling)*

Financieel
verwerkt in begroting

Meerjaren onderhoudsplan verkeersbruggen en duikers

2012-2015 (2012)

Ja

Berm- en slootbeheersplan

(1998)

Ja

Speelplaatsenbeheersplan

2014-2018 (2014)

Ja

Uitvoeringsprogramma GVVP

2012-2015 (2012)

Ja

Rioolbeheerplan

2015-2018 (2014)

Ja

*) De looptijd van een aantal plannen is inmiddels verstreken. Hieruit vloeien geen consequenties voort. De 'oude' plannen zijn nog toepasbaar en worden (waar nodig) binnen afzienbare tijd geactualiseerd.

Wegen

Het beleidskader
De gemeente heeft als wegbeheerder de zorgplicht voor de wegen. Een achterstand in het onderhoud kan de veiligheid van de weggebruikers in gevaar brengen en leiden tot klachten en het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder voor schades.

De onderhoudstoestand van wegen wordt beoordeeld aan de hand van de criteria voor rationeel wegbeheer van de CROW. Als norm geldt het zogenoemde kwaliteitsniveau R die kan worden vertaald naar beeldkwaliteitsniveau B (voldoende - functioneel). De (beeld)kwaliteit van de openbare ruimte wordt voor wegen onderverdeeld naar vier thema’s: veiligheid, duurzaamheid, comfort en aanzien.

In 2009 is de wegen beheernota voor de periode 2009-2013 vastgesteld. Er is gekozen voor het scenario waarbij er geen verdere daling van het schadebeeld veiligheid plaatsvindt (maximaal 5 %) en waarmee hogere onderhoudsbedragen (thema duurzaamheid) in de toekomst worden voorkomen.

Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De omvang van het gemeentelijke wegennet bedraagt ongeveer 2,87 miljoen vierkante meter verharding van asfalt, beton en elementenverharding en 55 km onverharde wegen.

De kwaliteit van het verharde wegennet per beleidsthema (percentage slecht) ziet er als volgt uit:

2010

2012

2014

2016

Duurzaamheid

3

4

5

n.n.b.

Veiligheid

6

5

4

n.n.b.

Financiële consequenties beleidsdoel

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Groot onderhoud (budget)*

711

561

561

561

* Betreft kosten voor groot onderhoud wegen buiten de kom, binnen de kom en de fietspaden.

De totale lasten van de wegen vallen onder het product Wegen, straten en pleinen en omvatten de verharde wegen buiten de kom, binnen de kom, onverharde wegen en de fietspaden. De totale lasten inclusief de kosten voor groot onderhoud van voornoemde onderdelen zijn:

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Wegen, straten en pleinen

1.190

1.039

1.039

1.036

Infrastructurele kunstwerken (verkeersbruggen - duikers)

Het beleidskader
Er is geen beleidsplan voor infrastructurele kunstwerken. Wij willen het in 2012 vastgestelde meerjaren onderhoudsplan verkeersbruggen en duikers ombouwen naar een beleidsplan "instandhouding infrastructurele kunstwerken". Dit nieuwe beleidsplan willen wij in het voorjaar van 2017 aanbieden aan de raad.

Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Het areaal bestaat uit 48 bruggen en duikers, onderverdeeld in 10 verkeersbruggen, 18 verkeersduikers en 20 fiets- en voetgangersbruggen.

In het nieuw op te stellen beleidsplan willen wij nieuwe kwalitatieve indicatoren uitwerken.

Financiële consequenties
De totale lasten van de kunstwerken vallen onder het product Wegen, straten en pleinen:

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Bruggen

12

12

12

12

Openbare verlichting

Het beleidskader
Het beleidskader voor de openbare verlichting is in de raadsvergadering van 22 april 2013 vastgelegd in het beleidsplan Openbare Verlichting 2013 - 2017. Er is vastgelegd waarom, waar en hoe openbare verlichting wordt toegepast evenals het kwaliteitsniveau en de financiële middelen.

Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
Het openbare verlichtingsareaal in onze gemeente bestaat uit (afgerond): 5.800 lichtmasten, 6.000 armaturen en 6.100 lampen. Jaarlijks verbruikt de openbare verlichtingsinstallatie ca. 920.000 kWh elektrische energie.

De beeldkwaliteitsnorm van de openbare verlichting sluit aan op de beeldkwaliteitsnormen voor de wegen en het openbaar groen (volgens de systematiek van het CROW).

Financiële consequenties
Voor de openbare verlichting worden kosten gemaakt. Deze kosten worden verdeeld volgens de landelijke kengetallensystematiek van de NSVV (Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde). De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget, waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders.

Er wordt onderscheid gemaakt in drie kostensoorten:

  1. Energiekosten: netwerkkosten, kosten levering en de energiebelasting.
  2. Onderhoud en Beheer: onderhoud aan de masten en lampen, schades en manuren van de medewerkers van de gemeente.
  3. Investeringskosten: kosten voor renovaties die zijn opgenomen in het investeringsplan.

De drie kostensoorten voor openbare verlichting zijn in de gemeente Dalfsen als volgt:

Exploitatie exclusief investeringen(energie, dagelijks beheer en onderhoud)

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Openbare verlichting

184

182

178

177

Voor de renovaties van de installaties heeft de gemeenteraad uitvoeringskredieten beschikbaar gesteld door middel van het investeringsplan. Volgens het vastgestelde investeringsplan 2017 – 2020 ziet het overzicht voor vervanging er in de komende jaren als volgt uit:

Investeringen (groot onderhoud binnen de exploitatie)

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Openbare verlichting

120

120

132

132

Bovenstaande kosten hebben betrekking op de aanwezige verlichtingspunten. Dat wil zeggen: de kosten van de aanleg van verlichtingspunten in nieuwe woonwijken en industrieterreinen zijn hierin niet opgenomen. De kosten voor de aanleg van openbare verlichting in nieuwe woonwijken en industrieterreinen worden opgenomen en verantwoord in de grondexploitatie.

Riolering

Het beleidskader
Het onderhoud en beheer van het gemeentelijk rioleringsstelsel vindt plaats op basis van het in 2011 vastgestelde verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP). De verplichting voor het hebben van dit plan is vastgelegd in de Wet Milieubeheer (Wm). Het plan geeft aan hoe wij invulling geven aan onze wettelijke zorgplichten voor het inzamelen en transporteren van afvalwater, hemelwater en grondwater.
Doelstellingen hierbij zijn onder andere:

  • Het inzamelen van het geproduceerde afvalwater en overtollige hemel- en grondwater naar een geschikt lozingspunt.
  • Het (afval)watersysteem en het beheer hiervan moeten doelmatig, duurzaam en robuust zijn.
  • Het afvalwatersysteem moet natuurlijke systemen (o.a. oppervlaktewater en bodem) niet verstoren in hun functioneren.
  • Overlast en schade moet worden voorkomen en hinder moet worden beperkt tot een acceptabel niveau.
  • Continuïteit van (afval)watersysteem en zijn beheer moeten worden nagestreefd.

Het beleidskader van de riolering wordt gevormd door het Gemeentelijke rioleringsplan 2011-2015, dat de basis vormt voor de te nemen maatregelen.

Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
De gemeentelijke riolering bestaat uit twee typen stelsels. Het vrijverval stelsel omvat ca. 92  km gemengd riool, 33 km vuilwater riool, 22 km hemelwaterriool en 14 km infiltratieriool met in totaal ruim 3.600 inspectieputten. Het mechanische stelsel omvat ca. 67 km drukriolering met 34 rioolgemalen en 397 pompen.
Jaarlijks vindt inspectie plaats van 1/10e deel van het vrijverval stelsel om het onderhoudsniveau te monitoren en de te nemen maatregelen te bepalen. Het stelsel is in goede staat en er is geen sprake van achterstallig onderhoud.

Financiële consequenties
In het vGRP is de huidige situatie omschreven, is de ambitie met het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld en zijn de bijbehorende maatregelen en middelen bepaald. Het totaalpakket vormt de grondslag voor het kostendekkende tarief van de rioolheffing. Er wordt voor de riolering met een voorziening voor toekomstige investeringen, gewerkt.

De totale lasten van de riolering vallen onder het product riolering.

Exploitatie exclusief investeringen (dagelijks onderhoud)

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Riolering

633

637

640

643

Bedrag is exclusief de onttrekking aan de voorziening.

Exploitatie exclusief investeringen (groot onderhoud)

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Maatregelen uitvoering GRP

0

250

250

250

Bedrag is exclusief de onttrekking aan de voorziening.

Om invulling te geven aan de gestelde doelen zijn voor de volgende investeringen opgenomen.

Investeringen

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Nieuwe ontwikkelingen GRP

50

50

50

50

Water

Het beleidskader
Het gaat hier met name om het beheer van watergangen met een schouwplicht. Andere watergangen zijn functioneel onderdeel van wegen of openbaar groen en worden vanuit de betreffende budgetten gedekt. De beheerkosten worden gemaakt voor het maaien en onderhouden van watergangen (met name in het buitengebied) en het afvoeren of verwerken van het maaisel.

Het beleidskader wordt gevormd door;
- de Waterwet;
- de Keur van het waterschap Drents Overijsselse Delta, (keur WDOD zuid);
- de Legger van het waterschap Drents Overijsselse Delta (Legger gebied voormalig Groot Salland);
- de Flora en faunawet;
- Wet milieubeheer (Wm).

Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Jaarlijks vindt onderhoud plaats aan de watergangen met een schouwplicht en wordt het schouwafval opgeruimd waarvoor een ontvangstplicht bestaat.
De omvang van de servicewatergangen (watergangen met schouwplicht) die in samenwerking met aanliggende eigenaren worden onderhouden, omvatten 86 km aan lengte. Voor 110 km aan watergangen geldt een schouwplicht en wordt het schouwafval opgeruimd.

Financiële consequenties
De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders. De totale lasten van de watergangen:

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Watergangen

86

86

86

86

Openbaar  groen

Het beleidskader
Het onderhoud en de inrichting van het openbaar groen vindt plaats conform het Groenstructuurplan gemeente Dalfsen (GSP) 2013-2017. In het GSP worden de kwaliteiten van de groene openbare ruimte in de vijf kernen beschreven, gewaarborgd en versterkt.
Tevens zijn visies ontwikkeld voor de beleidsthema’s bomen, snippergroen, omvorming in relatie tot bezuinigingen en wateropvang, speelplaatsen en honden. De zonering in beeldkwaliteit, richtlijnen voor de verschillende beheervormen en groeninrichting en de bedrijfsvoeringsvraagstukken zijn tevens vastgelegd. Het plan wordt afgesloten met een financiële vertaling van de uitvoeringsprojecten.

Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Het openbaar groen in de gemeente Dalfsen omvat in totaal ± 142 ha. Het totale bomenbestand binnen de kom beslaat ruim 17.100 stuks. De beeldkwaliteit die (over het algemeen) gehanteerd wordt is onderhoudsniveau A in winkelgebieden en onderhoudsniveau B voor de overige gebieden binnen en buiten de bebouwde kom.

Financiële consequenties
Er wordt onderscheid gemaakt in twee kostensoorten:

  1. Onderhoud en beheer aan de groene (en blauwe) buitenruimte (bomen, bosplantsoen, heesters, gras), hondentoiletten.
  2. Investeringskosten: de uitvoeringsprojecten uit het GSP worden betaald uit de reserve herstructurering openbaar groen. Deze reserve wordt gevoed door de verkoop van openbare groenstroken.

De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders. De kosten voor openbaar groen zijn in de gemeente Dalfsen als volgt:

Exploitatiekosten exclusief investeringen (dagelijks beheer en onderhoud)

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Openbaar Groen

491

487

485

485

Voor de uitvoeringsprojecten heeft de gemeenteraad uitvoeringskredieten beschikbaar gesteld bij het vaststellen van het GSP en het investeringsplan. Wanneer de verkoop van openbaar groenstroken stagneert en de reserve niet meer wordt aangevuld, dan worden de uitvoeringsprojecten uitgesteld.

Investeringen (groot onderhoud binnen de exploitatie)

x € 1.000

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Openbaar groen

82

40

44

44

De kosten voor de aanleg van openbaar groen in nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen zijn opgenomen en verantwoord in de grondexploitaties.

Gebouwen

Het beleidskader
De wijze waarop de gemeentelijke gebouwen worden onderhouden en in stand worden gehouden, is vastgelegd in het beleidsplan Onderhoud Gemeentelijke Gebouwen 2013 - 2017. Dit beleidsplan is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 november 2012. Een in het tweede halfjaar van 2016 op te stellen nieuw beleidsplan willen wij in het voorjaar van 2017 aanbieden aan uw raad.

Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De gemeente heeft 25 kleinere en grote gebouwen in eigendom. Gezamenlijke deler is dat alle gebouwen worden gebruikt voor maatschappelijke doeleinden. Alle gebouwen bij elkaar hebben een bruto vloeroppervlakte van ruim 21.000 m² en vertegenwoordigen een WOZ-waarde van in totaal ruim 22 miljoen euro.

In het beleidsplan zijn onderstaande eisen voor de kwaliteit en duurzaamheid periode 2013–2017 opgenomen:

  • Gemeentehuis te Dalfsen en ’t Olde Gemientehuus te Nieuwleusen in stand houden in een hoge kwaliteit;
  • Alle andere gebouwen in stand houden in een kwaliteit boven het gemiddelde;
  • Gebouwen die binnen afzienbare tijd worden gesloopt in stand houden in een kwaliteit onder het gemiddelde tot laag;
  • Gebouwen die ook in de (midden)lange termijn in stand blijven verder verduurzamen;
  • Duurzame aspecten betrekken bij de inkoop en aanbestedingen van beheer- en onderhoudsprojecten.

Financiële consequenties
De benodigde middelen voor de uitvoering van werkzaamheden worden ten laste gebracht van de jaarbegroting (contracten, abonnementen, klachtenonderhoud) of worden onttrokken aan de voorziening groot onderhoud gebouwen (meerjarenonderhoud en eenmalige uitgaven).

De voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen wordt gevoed vanuit de jaarlijkse dotaties voor diverse gebouwen. Deze jaarlijkse dotatie is gebaseerd op een onderhoudsplanning van vijf jaar. Vanaf 2015 is de jaarlijkse dotatie vastgesteld op € 80.000. Op deze wijze is de financiering van het meerjarenonderhoud van deze kapitaalgoederen geborgd. Conform de nota reserves en voorzieningen 2015 - 2018 is de drempel van € 500.000 per 31 december 2015 vrijvallen.
De stand van de voorziening groot onderhoud gebouwen per 31 december 2015 was afgerond € 276.000.

In het nieuw op te stellen beleidsplan worden de financiële consequenties voor de periode van 2018-2022 meegenomen en voorgelegd aan uw raad.

De gemeente heeft geen gebouwen voor onderwijs in eigendom. Voor de onderwijsgebouwen geldt een afzonderlijke vergelijkbare systematiek.

Verzekeringsbeleid
Van de gemeentelijke kapitaalgoederen zijn de gebouwen, inclusief die voor het onderwijs, verzekerd op basis van een uitgebreide gevarenpolis (brand, storm, inbraak e.d.) op VNG voorwaarden en kent een eigen risico van € 1.000.

Deze twee polissen zijn in oktober 2014 Europees aanbesteed. Beide polissen hebben een looptijd van drie jaar (01-01-2015 tot 01-01-2018), met de mogelijkheid tot verlenging met één jaar.

Alle gebouwen zijn in november 2009 getaxeerd. Deze taxaties hadden een geldigheidsduur van zes jaar. Eind 2016 worden de gebouwen opnieuw getaxeerd.