Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

Het beleidsdocument Risicomanagement is door uw raad vastgesteld. In dit beleidsdocument wordt onder andere ingegaan op de risico's, hoe we het risicomanagement willen vormgeven en de stappen die wij gaan nemen om risico's in kaart te brengen, te beheersen en te evalueren.

Door deze stappen te zetten, willen we ons risicomanagement verder professionaliseren en hierop beleid formuleren en implementeren. Dit moet leiden tot het vergroten van het risicobewustzijn en het vergroten van de kennis over de benodigde weerstandscapaciteit en beleidsvorming ten aanzien van het aan te houden weerstandsvermogen.

Volgens het BBV dienen gemeenten aan een drietal eisen te voldoen op het gebied van risicomanagement. Zo dient de gemeente te beschikken over:

  1. een risicomanagementbeleid;
  2. een risicoprofiel;
  3. een berekening van het weerstandsvermogen.

We voldoen aan de drie hierboven geformuleerde onderdelen. Hieronder volgt een korte toelichting per onderdeel.
 
Risicomanagementbeleid
Naast de wettelijke verplichting van het BBV helpt risicomanagement ook bij het maken van afwegingen bij investeringsbeslissingen, biedt het inzicht in de grootste risico’s en helpt het de continuïteit van de organisatie te verbeteren.

De definitie van een risico is: de kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. Uit deze definitie volgt dat een goede omschrijving van een risico drie elementen bevat:

  1. Een kans op het optreden van een gebeurtenis (p<1)

Het gaat hier dus om een mogelijke gebeurtenis. Als iets 100% zeker is, is het geen risico meer.

  1. Negatief gevolg

De negatieve gevolgen van een risico kunnen zowel financieel als niet financieel van aard zijn. We richten ons echter hoofdzakelijk op het in kaart brengen van de financiële gevolgen die de gebeurtenissen met zich meebrengen. Risico’s die mogelijk leiden tot aantasting van het imago van de gemeente dan wel andere niet-financiële gevolgen te weeg kunnen brengen, worden niet gekwantificeerd.

  1. Een betrokkene, voor wiens rekening de negatieve gevolgen komen

De betrokkene is hierbij de gemeente Dalfsen.

Het beleid en de risico’s die samenhangen met de grondexploitatie zijn afzonderlijk benoemd in de paragraaf Grondbeleid.

Inventarisatie risico’s
Om risico’s te kwantificeren dienen zowel de kans als het gevolg van een risico te worden bepaald. Daartoe wordt gebruik gemaakt van 'referentiebeelden' om te bepalen in welke klasse een risico zich bevindt.

Kans
Voor de beoordeling van de kans dat een risico zich voordoet, hanteren we vijf klassen met de volgende referentiebeelden:

Klasse

Referentiebeelden

Kwantitatief

1

< of 1 keer per 10 jaar

(10%)

2

1 keer per 5-10 jaar

(30%)

3

1 keer per 2-5 jaar

(50%)

4

1 keer per 1-2 jaar

(70%)

5

1 keer per jaar of >

(90%)

Geldgevolg
Hiervoor hanteren we vijf klassen met de volgende indeling:

Klasse

Geldgevolg

0

Geen geldgevolgen 

1

x < € 26.500

(< 0,05% van begroting) 

2

€ 26.500 < x >  € 106.000 

(0,05 - 0,2% van begroting)

3

€ 106.000 < x > € 265.000

(0,2 - 0,5% van begroting)

4

€ 265.000 < x > € 530.000

(0,5 - 1% van begroting)

5

x > € 530.000

(> 1% van begroting)

 
Risicoscore
De risicoscore wordt bepaald door van elk risico de bepaalde klassen van kans en gevolg te vermenigvuldigen volgens onderstaande formule:

Risicoscore = klasse kans x klasse geldgevolg

De maximale risicoscore is: 5 x 5 =25. Met behulp van de risicoscore kunnen risico’s worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk welke risico’s het meest belangrijk zijn om te worden gemanaged. De prioritering op risicoscore kan echter een vertekend beeld geven, aangezien een risico met een kans in klasse 5 en een gevolg in klasse 5 bovenaan de lijst komt te staan. Terwijl een risico met een kans in klasse 1 en een gevolg in klasse 5 wellicht een veel grotere impact heeft. Deze invloed is in onderstaande tabel meegenomen.

Nr.

Risico

Risico Score

1

Ontwikkeling gemeentefonds

16

2

Strengere Europese aanbestedingsprocedure

16

3

Borging grote projecten

15

4

Reputatieschade en opgelegde boetes door datalekken

15

5

Budget decentralisaties

12

6

Exploitatierisico bij verbonden partijen

12

7

Eenzijdige tariefaanpassing door contractpartijen

12

8

Tegenvallers bij de grondexploitaties

12

9

Het aantal aanvragen om inkomensondersteuning

10

10

Kwaliteitsniveau wegen daalt onder het gewenste niveau

10

1

Ontwikkeling gemeentefonds

Er zijn drie risico's met betrekking tot het Gemeentefonds: - het risico dat het Rijk bezuinigt op het Gemeentefonds; - het risico dat de verdeling door het Rijk wordt herzien; - het risico dat de bestaande verdelingsmaatstaven zich anders ontwikkelen dan geraamd.Alle drie de risico's zijn herkenbaar voor de gemeente Dalfsen en de ontwikkelingen van het gemeentefonds worden nauwlettend gevolgd. Gelet op de omvang van het gemeentefonds, kunnen wijzigingen direct forse financiële impact hebben.

2

Strengere Europese aanbestedingsprocedure

Per 1 juli 2016 is de aanbestedingswet gewijzigd waardoor meer inkopen onder het strengere EU regime vallen. Het gaat dan met name over de zogenaamde 2b diensten zoals het inhuren van personeel. Binnen de gemeente is een groot aantal functionarissen betrokken bij de inkoop en aanbesteding. Een gevolg kan zijn dat er niet voldoende deskundigheid en daarmee kennis van de strenge (waaronder Europese) regelgeving beschikbaar is. Daardoor kunnen gevolgde procedures door aanbestedende partijen afgekeurd worden of kan achteraf blijken dat aanbesteding niet op een rechtmatige wijze heeft plaatsgehad.

3

Borging grote projecten

Grote projecten, zoals WOC Campus Nieuwleusen, met veelal langdurige en forse gevolgen voor de gemeentelijke begroting worden ter hand genomen. Voor de ontwikkeling, implementatie en de uitvoering van deze projecten is specifieke kennis noodzakelijk om te komen tot een sluitende project begroting die houdbaar is.

4

Reputatieschade en opgelegde boetes door datalekken

Met de invoering van de meldplicht datalekken zijn we verplicht elk ernstig datalek actief te melden. Hieraan zijn enorme boetes gekoppeld, daarnaast kunnen bestuurders persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

5

Budget decentralisaties

Invoering en daarmee de transitie van de decentralisaties hebben in 2015 plaatsgevonden, waarbij de budgetten zijn ontvangen van het Rijk op basis van het historisch verbruik. De budgetten die wij vanaf 2016 en verder zullen ontvangen zijn gebaseerd op het objectief verdeelmodel, daarbij is de sociale structuur van de gemeente uitgangspunt. Voor Dalfsen betekent dit nieuwe verdeelmodel een afname van de beschikbare middelen. Met name het onderdeel jeugdzorg wordt als grootste risico gezien. Omdat de omvang van zorg (i.v.m. privacy en doorverwijzing door derden) niet bekend is, is dit een risico. Verder zit er op participatie (uitstroom en budget per sw'er) een taakstelling, die maar in geringe mate beïnvloedbaar is.

6

Exploitatierisico bij verbonden partijen

Verbonden partijen vertegenwoordigen een financieel en een bestuurlijk belang. Binnen de verbonden partijen kan sprake zijn van deel-verantwoordelijkheid voor de exploitatie. Wij kunnen dan ook geconfronteerd worden met een exploitatietekort van een verbonden partij dat wij moeten aanzuiveren.

7

Eenzijdige tariefaanpassing door contractpartijen

Voor de bedrijfsvoering van de organisatie zijn wij afhankelijk van bepaalde ondersteunende software. Een eenmaal gemaakte keuze kan niet eenvoudig aangepast worden zonder extra kosten voor implementatie van een ander systeem. Dit werkt nadelig door in onze onafhankelijkheid naar leveranciers, waardoor wij geconfronteerd kunnen worden met eenzijdige en veelal forse tarief aanpassingen.

8

Tegenvallers bij de grondexploitaties

Er kunnen verschillende typen risico’s worden onderscheiden in de grondexploitaties bij actief grondbeleid. Deze zijn:1. Waarderingsrisico’s: hier betreft het dat een aangekocht perceel niet voor de verwervingsprijs in exploitatie genomen kan worden en de mogelijkheid van het niet toe kunnen rekenen van de rentelasten van verworven percelen;2. Marktrisico’s: hier gaat het om onzekerheden bij nog toe te kennen subsidies, ontwikkelingen in grondprijzen en mogelijke afzetrisico's;3. Organisatierisico’s: grondexploitatie is een vorm van ondernemen die een hoge organisatiegraad vereisen. Door verlaging van het risicoprofiel en de wijzigingen in de BBV nemen de risico's af en de verwachte winst toe, zie verder de paragraaf grondbeleid.

9

Het aantal aanvragen om inkomensondersteuning

Inwoners van de gemeente Dalfsen doen in toenemende mate een beroep op inkomensondersteuning door de gemeente en dienen een aanvraag in voor een bijstandsuitkering of een uitkering in het kader van de bijzondere bijstand. Bij bijzondere bijstand gaat het daarbij om een inkomensgroep met een inkomen tot 110% van het minimumloon die getroffen worden door dalende koopkracht en stijgende kosten van levensonderhoud. Door instroom van vergunninghouders neemt het aantal aanvragen toe.

10

Kwaliteitsniveau wegen daalt onder het gewenste niveau

De gemeente heeft als wegbeheerder de zorgplicht voor de wegen. Een achterstand in het onderhoud kan de veiligheid van de weggebruikers in gevaar brengen en leiden tot klachten en het aansprakelijk stellen van de wegbeheerder voor schades.

Risicokaart

De risicokaart geeft inzicht in de spreiding van de risico’s naar kans en gevolg. Het geeft ook een beeld van de verhoudingen tussen de risico’s, van laag, midden en hoog. Per risicoscore wordt aangegeven hoeveel risico’s zich in het betreffende vak bevinden.

Een risico dat zich in het groene gebied bevindt, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Een risico dat een score heeft in het oranje gebied, vraagt om extra aandacht van het college. Het risico vormt dan nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Het is daarom van belang tijdig beheersmaatregelen te nemen. Een risico met een risicoscore in het rode gebied, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie wordt bedreigd. Preventieve en reducerende beheersmaatregelen kunnen de kans respectievelijk het gevolg terugbrengen naar een acceptabel niveau.

Risico’s, zeker wanneer die door de organisatie zelf niet kunnen worden beïnvloed, dienen concernbreed periodiek gemonitord te worden. De financiële gevolgen van een (opgetreden) risico worden opgevangen met het weerstandsvermogen.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden, waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.

Incidentele weerstandscapaciteit
Incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Alleen reserves die alternatief aanwendbaar zijn worden meegenomen. Specifieke bestemmingsreserves rekenen we niet mee, omdat een onttrekking uit deze reserves direct van invloed is op de dekking van kosten in de exploitatie. Stille reserves worden eveneens niet meegenomen. Niet duidelijk is in hoeverre stille reserves op korte termijn liquide te maken zijn. In onderstaande tabel staan reserves waar geen claims op rusten.

Vrij besteedbaar 

Algemene reserve

       5.500.000

Algemene reserve vrij besteedbaar

       8.622.000

Reserve Milieu

            54.000

Reserve herstructurering openbaar groen

            11.000

Reserve decentralisaties

       1.365.000

Algemene reserve grondbedrijf

       2.029.000

 Totaal 

     17.581.000

Structurele weerstandscapaciteit
Structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die eventueel aangeboord kunnen worden om tegenvallers op te vangen. De structurele weerstandscapaciteit betreft de mogelijkheid om vanuit een verhoging van belastingen en leges structurele risico’s op te vangen.

De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven (artikel 12) te vergelijken met de gehanteerde tarieven. Het Ministerie publiceert de artikel 12 tarieven jaarlijks bij de mei circulaire van het gemeentefonds. De riool- en afvalstoffenheffing is in Dalfsen 100% kostendekkend en worden niet meegenomen in de berekening. Het saldo van deze voorzieningen dient namelijk terug te vloeien naar de burger.

De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is als volgt:

Soort

WOZ-waarde

Tarief

Tarief 

Verschil

Onbenutte 

jul-16

Dalfsen

art. 12 status

in tarief

capaciteit

eigenaar woning

2.790.433.000

0,1129

0,1927

0,0798

2.226.766

eigenaar niet-woning

645.854.000

0,1623

0,1927

0,0304

196.340

gebruiker niet-woning

509.291.000

0,1400

0,1927

0,0527

268.396

Totaal

2.691.502

Op het moment van opstellen (augustus 2016) van de begroting 2017 waren de definitieve rekentarieven van de gemeente Dalfsen nog niet beschikbaar. Bij het berekenen van de onbenutte belastingcapaciteit zijn wij volledigheidshalve uitgegaan van de landelijke ontwikkelingen voor woningen en niet-woningen, zoals deze geschetst zijn in de mei circulaire 2016. Het tarief artikel 12 status is afkomstig uit de mei circulaire 2016.

Het totale verwachte weerstandsvermogen 2017 ziet er als volgt uit:

Incidentele weerstandscapaciteit

17.581.000

Structurele weerstandscapaciteit

2.691.502

Totaal weerstandsvermogen

20.272.502

Benodigde weerstandscapaciteit

Het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit wordt uitgevoerd met behulp van een risicosimulatie (Monte Carlo methode). Op basis van de risicosimulatie kan worden berekend welk bedrag er benodigd is om de geïdentificeerde restrisico’s in financiële zin af te dekken. Hierbij wordt gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. De berekende benodigde weerstandscapaciteit voor de gemeente Dalfsen bij de begroting 2016 bedraagt € 4.230.000.

Op basis van onderstaande tabel wordt de waardering van de ratio's gedaan.

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

> 2,0

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x < 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

Indien de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld wordt door de benodigde weerstandscapaciteit uit de risicosimulatie ontstaat de ratio weerstandsvermogen.

Ratio weerstandsvermogen

2017

Benodigde weerstandscapaciteit

4.230.000

Beschikbare weerstandscapaciteit

20.273.000

Benodigd versus beschikbaar (ratio weerstandsvermogen)

4,8

De gemeente Dalfsen behaalt met een ratio van 4,8 waarderingscijfer A. Dit betekent dat de gemeente in ruime mate in staat is om tegenvallers op te vangen zonder dat dit de continuïteit van de organisatie in gevaar brengt. De norm voor ons is gesteld op een score van 2 (uitstekend).  In vergelijking met andere gemeenten scoren wij zeer hoog.

Voor het eerst opgenomen risico top 10 in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn: datalekken en het kwaliteitsniveau van wegen. Hierdoor zijn verdwenen: effectueren breedband en financiële vastleggingen. De risico ratio stijgt ten opzichte van de jaarrekening 2015. In de jaarrekening 2015 gingen wij nog uit van een ratio van 4,4 nu van 4,8.

Door het anticiperen op de risico's door het maken van beheers-en beleidsmatige stappen, proberen we de risico's in te kaderen en waar mogelijk te elimineren.

Financiële kengetallen

In de mei circulaire 2015 is er door het Ministerie van BZK gemeld dat met ingang van de begroting 2016 er verplicht een aantal financiële kengetallen opgenomen dienen te worden in de paragraaf Weerstandsvermogen.  

Door middel van deze kengetallen en hun beoordeling ontstaat er een beter beeld van de financiële positie van de gemeente.

De volgende zes financiële kengetallen worden onderkend:

  1. Netto schuldquote
  2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
  3. Solvabiliteitsratio
  4. Structurele exploitatieruimte
  5. Grondexploitatie
  6. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden

Financiële kengetallen

Rekening 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Netto schuld quote

23%

22%

21%

14%

7%

6%

Netto schuld quote gecorrigeerd

8%

7%

6%

0%

-4%

-4%

Solvabiliteitsratio 

67%

78%

80%

80%

80%

81%

Structurele exploitatieruimte 

0,53%

-1,42%

-1,03%

0,03%

0,14%

0.56%

Grondexploitatie

45%

39%

36%

27%

20%

17%

Belastingcapaciteit

88%

89%

89%

89%

88%

88%

Hieronder treft u voor de begroting per genoemd kengetal een uitleg aan, inclusief de berekening en beoordeling.

1. Netto schuldquote
Definitie:
De netto schuldquote geeft de verhouding weer tussen het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. In het verlengde hiervan kennen we ook de zogenoemde “Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen”. Bij deze specifieke quote wordt er gekeken naar het effect van door de gemeente verstrekte leningen op de schuldenlast van de gemeente.

Netto schuldquote                     (bedragen x € 1.000)

rekening 2015

begroting  2016

begroting 2017

begroting  2018

begroting  2019

begroting  2020

Vaste schulden

+

8.446

6.984

5.522

4.727

3.932

3.136

Netto vlottende schuld

+

5.498

0

0

0

0

0

Overlopende passiva

+

2.213

0

0

0

0

0

Financiële activa

-

87

83

79

75

72

68

Uitzettingen

-

5.983

0

Liquide middelen

-

-4.685

-5.485

-5.076

-2.519

245

-222

Overlopende activa

-

1.220

0

Totale baten

59.930

55.682

50.397

50.505

49.935

52.759

Netto schuldquote

23%

22%

21%

14%

7%

6%

Netto schuldquote gecorrigeerd

rekening 2015

begroting 2016

begroting 2017

begroting  2018

begroting  2019

begroting  2020

Vaste schulden

+

8.446

6.984

5.522

4.727

3.932

3.136

Netto vlottende schuld

+

10.183

0

0

0

0

Overlopende passiva

+

2.213

0

0

0

0

0

Financiële activa

-

9.070

8.319

7.697

7.086

5.884

5.279

Uitzettingen

-

5.983

0

0

0

0

0

Liquide middelen

-

0

-5.485

-5.076

-2.519

245

-222

Overlopende activa

-

1.220

0

0

0

0

0

Totale baten

59.930

55.682

50.397

50.505

49.935

52.759

Netto schuldquote gecorrigeerd

8%

7%

6%

0%

-4%

-4%

Beoordeling:
De verhouding tussen schulden en baten is goed.

2. Solvabiliteitsratio
Definitie:
De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt uitgedrukt in het percentage eigen vermogen ten opzichte van het balanstotaal. In het bedrijfsleven is dit een veelgebruikte ratio en daar wordt een minimum norm gehanteerd tussen 25% en 40% voor een solvabele vermogenspositie.

Solvabiliteitsratio (bedragen x € 1.000)

rekening 2015

begroting   2016

begroting 2017

begroting  2018

begroting  2019

begroting  2020

Eigen vermogen

48.814

47.458

44.879

42.941

41.536

40.138

Balanstotaal

72.771

61.055

56.359

53.805

51.707

49.621

Solvabiliteitsratio

67%

78%

80%

80%

80%

81%

Beoordeling:
Het solvabiliteitsratio laat zien dat de gemeente Dalfsen een zeer solvabele vermogenspositie heeft en verhoudingsgewijs dus meer eigen vermogen dan vreemd vermogen bezit.

3. Kengetal grondexploitatie
Definitie:
De boekwaarde van de voorraden grond zijn van belang, want deze waarden moeten meerjarig worden terugverdiend bij de verkoop. De ratio wordt berekend door de niet in exploitatie gronden op te tellen bij de bouwgrond in exploitatie. Vervolgens wordt dit totaalbedrag gedeeld door de totale baten van de programmabegroting of jaarrekening.

Kengetal grondexploitatie in %                (bedragen x € 1.000)                 

rekening 2015

begroting     2016

begroting 2017

begroting  2018

begroting  2019

begroting  2020

Bouwgronden niet in exploitatie

3.666

0

0

0

0

0

Bouwgronden in exploitatie

23.181

21.987

18.325

13.826

10.086

9.066

Totale baten exploitatie

59.930

55.682

50.397

50.505

49.935

52.759

Kengetal grondexploitatie in %

45%

39%

36%

27%

20%

17%

Beoordeling:
Dit kengetal laat zien wat de verhouding tussen de totale baten en de terug te verdienen bedragen aan bouwgronden is. De komende jaren zullen de voorraden gronden afnemen en daarmee zal de ratio nog verder dalen.

4. Structurele exploitatie ruimte
Definitie:
Om een flexibele begroting te kunnen bewerkstelligen is het zinvol de structurele baten hoger te laten zijn dan de structurele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage.

Beoordeling:
De structurele exploitatieruimte in 2017 is negatief dat betekent dat we meer uitgeven dan we ontvangen. Voor 2018 en verder is de structurele exploitatieruimte positief.

5. Belastingcapaciteit
Definitie:
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert jaarlijks deze gegevens.

Beoordeling:
De gemiddelde woonlast ligt (op basis van Coelo gegevens juni 2015) voor een "gemiddeld" gezin in Dalfsen ruim 10% lager dan het landelijke gemiddelde. De burger van Dalfsen profiteert dus mee van de gezonde financiële situatie van de gemeente Dalfsen.

Samenvatting risicoprofiel

De gemeente Dalfsen behaalt met een ratio van 4,8 waarderingscijfer A. Dit betekent dat de gemeente in ruime mate in staat is om tegenvallers op te vangen zonder dat dit de continuïteit van de organisatie in gevaar brengt. De norm voor ons is gesteld op een score van 2 (uitstekend). In vergelijking met andere gemeenten scoren wij zeer hoog, dus positief.

Uit de nieuwe financiële kengetallen kunnen we concluderen dat onze schuldenpositie en solvabiliteitsratio zeer goed te noemen zijn. Ten aanzien van de grondexploitaties zien we een zeker risico als gevolg van een behoorlijk forse grondpositie, echter door de strakke regie op de grondexploitaties en de jaarlijkse bijstelling verwachten we geen probleem ten aanzien van dit onderwerp.

Tot  slot is het ook erg positief dat de burger de zoete vruchten plukt van onze financiële gezonde situatie.