In deze paragraaf wordt het financiële meerjarenbeeld voor de programmabegroting 2017-2020 weergegeven. De mutaties na de voorjaarsnota zijn hierbij toegelicht.
Salarissen
Vanwege de financiële positie van het ABP heeft het ABP een opslag op de pensioenpremie doorgevoerd. In 2015 is een premieverlaging doorgevoerd in ruil voor een loonstijging. Naast deze loonstijging hebben we een extra premielast gekregen door de opslag van de premie in 2016. Hierdoor is het in de voorjaarsnota 2016 vastgestelde uitgangspunt voor de begroting 2017 (1% loonstijging) niet toereikend gebleken voor de stijging van de salariskosten.
BBV wijzigingen en mutatie rentekosten a.g.v. nieuwe stand financieringspositie
De BBV wijziging met betrekking tot de rente heeft diverse financiële effecten. Zo dalen de rentekosten (er wordt geen rente meer berekend over het eigen vermogen) en tegelijk nemen ook de renteopbrengsten af (lagere rentevergoeding vanuit de grondexploitatie). Overigens: voor de grondexploitatie sec betekent dit weer een kostenvoordeel en op termijn heeft dit een gunstige invloed op de ontwikkeling van de boekwaarden (en het resultaat). Al met al zijn er veel plussen en minnen die in elkaar haken vanwege het onderlinge verband tussen bepaalde mutaties.
Er is een reële kans dat er in 2017 een langlopende lening aangetrokken zal moeten worden. We zijn hierbij uitgegaan van een lening van € 10 miljoen voor 2% rente.
Correctie rentekosten
We weten echter nog niet wanneer de hierboven genoemde lening aangetrokken zal worden. Dit zal vermoedelijk niet met ingang van 1 januari 2017 zijn. We gaan uit van een half jaar later, wat een correctie op de rentekosten met zich meebrengt.
Diverse financiële wijzigingen budgethouders
Dit is een samenvatting van een aantal bedragen aangegeven door de verschillende budgethouders.
Hieronder vallen bijvoorbeeld een daling in energielasten, een vermindering en een vermeerdering in bijdrage aan verbonden partijen, het vervallen van een subsidie en stijging van leges.
Herverdeling algemene uitkering
Op 8 juli jl. hebben we een brief ontvangen van het ministerie BZK. Vooruitlopend op de septembercirculaire 2016 wordt informatie verstrekt over de gevolgen van de nieuwe verdeling voor de gemeente over het subcluster Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing (VHROSV) in het gemeentefonds. De nieuwe verdeling houdt in dat de voorgestelde verdeling per 2017 opnieuw (in mei 2015 werd ook 33% verwerkt ) voor 33% wordt doorgevoerd en dat verder onderzoek wordt gestaakt.
Verwerking meicirculaire voor 2020
Na besluitvorming over de effecten van de meicirculaire is de begrotingswijziging gemaakt voor de jaren 2016 tot en met 2019. Voor de berekening van de programmabegroting wordt 2020 (zoals gebruikelijk) gevuld met de cijfers van 2019. Dat zou voor 2020 betekenen dat de algemene uitkering € 20.787.000 zou bedragen. Echter, de meicirculaire geeft aan dat de uitkering gemeentefonds voor het jaar 2020 € 495.000 hoger is dan in 2019.
Verwerking voorjaarsnota wijzigingen 2020
Voor de berekening van de programmabegroting wordt 2020 (zoals gebruikelijk) gevuld met de cijfers van 2019. In 2019 wordt echter rekening gehouden met twee verkiezingen en in 2020 is er (in principe) maar één. Ook is er in 2019 nog budget voor subsidie Heidepark, deze vervalt in 2020.
Salarissen 1% ophoging 2019-2020
In de nieuwe jaarschijf, 2020, wordt rekening gehouden met 1% salarisstijging.
Opbrengsten nieuw begrotingsjaar + 1%
In de nieuwe jaarschijf, 2020, wordt in een aantal gevallen, bijvoorbeeld WOZ, rekening gehouden met 1% opbrengststijging.
Nader in te vullen financiële ruimte
De stelpost geeft financiële ruimte die nader in te vullen is. De omvang van het bedrag is zodanig, dat dit vraagt om een gedegen voorbereiding door het college en afstemming met de raad. Uiterlijk in maart 2017 kunt u onze voorstellen tegemoet zien. Hiermee kunnen wensen die bij de gemeenteraad en het college leven, in de komende jaren worden ingevuld. Ook kunnen daarmee verdere verbeteringen in het financieel beleid van onze gemeente worden aangebracht. Enkele bekende vraagstukken in dit verband zijn het op termijn te verwachten achterstallig onderhoud op de wegen en het oplossen van formatieve knelpunten binnen de interne organisatie. Wij willen de risico’s die in de paragraaf Weerstandsvermogen benoemd zijn en de daarvoor genomen beheersmaatregelen hierin betrekken. Op dit moment wordt de paragraaf weerstandsvermogen opgesteld in lijn met het advies van BNG van enkele jaren terug. Wij zijn van mening dat de risico’s ten opzichte van de genomen beheersmaatregelen in dit model te sterk aangezet worden. Wij willen onderzoeken of wij hier een betere balans in kunnen aanbrengen in overleg met de werkgroep P&C.