Programma 1

Bestuur, ondersteuning en algemene dekkingsmiddelen

Het programma omvat alle taken van raad en college op het terrein van het openbaar bestuur en de ondersteuning en dienstverlening hierbij door de gemeentelijke organisatie. Tot dit programma behoren ook de algemene dekkingsmiddelen (inkomsten die de gemeente min of meer vrij kan besteden). In de paragraaf Bedrijfsvoering wordt ingegaan op het gevoerde beleid op het gebied van de ondersteunende taken door de organisatie. De paragrafen Lokale heffingen en Financiering hebben ook een sterke relatie met de taakvelden van dit programma en geven inzicht in het gevoerde beleid op deze terreinen.

Portefeuillehouder

Taakveld

Portefeuillehouder Noten

  • Bestuur
  • Burgerzaken
  • Overhead

Portefeuillehouder Van Leeuwen

  • Burgerzaken (baten secretarieleges)
  • Overhead (planning en control)
  • Treasury
  • OZB-woningen
  • OZB-niet woningen
  • Belastingen overig
  • Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds
  • Overige baten en lasten
  • Vennootschapsbelasting (VpB)
  • Economische promotie (toeristenbelasting)
  • Resultaat van de rekening van baten en lasten
  • Mutaties reserves

Beleidsindicatoren

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Formatie*

Fte per 1.000 inwoners

peil-datum:
1 januari 2017

Eigen gegevens

6,8

N.b.

N.b.

* Het betreft de formatie van de gemeente Dalfsen, dus exclusief Stichting Dalfsen Werkt.
* Ter vergelijk met de indicator bezetting: op peildatum 1 januari 2016 was dit 6,6.

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Bezetting

Fte per 1.000 inwoners

peil-datum: 1 januari 2016**

Eigen gegevens

6,8

N.b.

N.b.

* Het betreft de bezetting van de gemeente Dalfsen exclusief Stichting Dalfsen Werkt.
** Het is niet gebruikelijk om de werkelijke bezetting voor een toekomstig begrotingsjaar te schatten. Derhalve is de werkelijke bezetting in fte opgenomen op 1 januari 2016.

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Apparaatskosten

Kosten per inwoner

Begroot 2017

Eigen begroting

€ 563

N.b.

N.b.

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Externe inhuur

Kosten als % van totale loonsom + totale kosten externen

Begroot 2017

Eigen begroting

5%

N.b.

N.b.

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Overhead

% van totale lasten

Begroot 2017

Eigen begroting

12%

N.b.

N.b.

Voor de volledigheid merken wij op dat voor deze indicatoren, in tegenstelling tot de overige beleidsindicatoren, geen landelijke bron beschikbaar is. Deze indicatoren zijn uit de eigen gegevens/begroting overgenomen. Om deze reden is de vergelijking tussen de verschillende gemeenten op het moment van schrijven nog niet te maken.

Voor een nadere omschrijving  c.q. definitie van de beleidsindicatoren verwijzen wij naar bijlage 4.7.

Belangrijke ontwikkelingen

Vennootschapsbelasting
Per 1 januari 2016 valt de gemeente Dalfsen onder de vennootschapsbelastingplicht. Op basis van een inventarisatie van de belastingplicht blijkt dat op dit moment alleen de activiteiten omtrent de grondexploitaties onder de vennootschapsbelastingplicht vallen. Op basis van de huidige uitgangspunten en herberekening naar aanleiding van herziene regelgeving wordt de vennootschapsbelasting voor de komende 10 jaar geschat op € 0,9 miljoen. Bij de voorjaarsnota werd hier nog € 1,7 miljoen aangegeven, inmiddels is beter bekend hoe de rente moet worden berekend en gaan wij uit van € 0,9 miljoen. De last kan niet geboekt worden op de grondexploitaties en is daarom een last in de exploitatie. De vennootschapsbelasting kan worden opgevangen door de toekomstige resultaten uit de grondexploitaties. Verder is er gestart met het opstellen van de openingsbalans en het verder uitwerken van de financiële gevolgen.

BBV wijzigingen
Zoals bekend wijzigt het BBV met ingang van 2017 op diverse punten. In de zomer van 2016 zijn deze wijzigingen door ons verwerkt in de begroting 2017. Daar waar (politieke) keuzemogelijkheden aan de orde waren, heeft via voortgangsberichten afstemming met de werkgroep Planning & Control plaatsgevonden. Formele vastlegging hiervan vindt plaats in de nieuw vast te stellen Financiële Verordening (art. 212 Gemeentewet) en de volgende versie van de Nota Reserves en Voorzieningen.  Hieronder volgt een kort totaaloverzicht van de wijzigingen en de wijze van uitwerking in de begroting.

Nr

Vernieuwing betreft

Uitwerking

1

Grondexploitatie

De verplichte indeling naar 'bouwgronden in exploitatie' en 'niet in exploitatie genomen gronden' is toegepast. Vanuit BBV wijziging nr. 5 treedt een rentevoordeel voor de grondexploitaties op.

2

Uitvoerings-informatie

Met ingang van 2017 zijn de zogenaamde functies en producten vervallen en vervangen door taakvelden. Deze wijziging is in de begroting verwerkt en ook de boekhouding wordt hierop aangepast. In de kern is dit een administratieve herverdeling en omnummering, maar soms bewerkelijk en complex. Bijvoorbeeld wanneer 1 product over 2 taakvelden verdeeld moet worden (waar moet welk budget naar toe?). Wij moeten nog een aantal afsluitende controles m.b.t. deze herverdeling uitvoeren. Het kan dan blijken dat op onderdelen nog een administratieve verbetering doorgevoerd moet worden. In het geval deze verbetering op meer dan 1 programma betrekking heeft, informeren wij uw raad daarover. In principe heeft dit dan alleen gevolgen voor de totalen per programma en niet voor het totaal van de begroting (budgettair neutraal).

3

Beleidsindicatoren

Het rijk heeft in een ministeriële regeling beleidsindicatoren vastgesteld die alle gemeenten verplicht in de begroting en verantwoording op moeten nemen. Dit om de onderlinge vergelijkbaarheid te vergroten. Deze verplichte beleidsindicatoren zijn in deze begroting terug te vinden onder het kopje 'beleidsindicatoren' binnen de programma's.
Naast de verplichte indicatoren heeft de VNG in haar advisering aan het ministerie van BZK een lijst met facultatieve indicatoren benoemd. Voor deze indicatoren geldt dat er landelijke data ontbreekt en derhalve bestaat geen verplichting om deze indicatoren op te nemen. De informatie kan echter wel van belang zijn om te sturen. In overleg met de werkgroep P&C zijn de facultatieve indicatoren opgenomen indien binnen de gemeente data aanwezig is om deze indicatoren te meten. Indien deze data ontbreekt wordt (vooralsnog) geen meetinstrument ontwikkeld om over deze indicatoren te kunnen rapporteren.
Naast de verplichte indicatoren staat het de gemeente vrij om gebruik te maken van andere, gemeentespecifieke, indicatoren. De gemeente Dalfsen is gewend om in de programmabegroting indicatoren te hanteren gericht op het meten van prestaties. In overleg met de werkgroep P&C is voor wat betreft deze indicatoren gekozen  om overlap met de verplichte danwel facultatieve indicatoren te voorkomen en terughoudend te zijn in het aantal indicatoren (de kwaliteit zit in de inhoud, niet in het aantal). Deze indicatoren zijn terug te vinden op de gebruikelijke wijze.

4

Verbonden partijen

Ook ten aanzien van de informatie over verbonden partijen heeft het rijk nadere regels aangekondigd. Dilemma is dat deze druppelsgewijs en vrij laat beschikbaar komen. Eind augustus 2016 is alleen nog een voorpublicatie verschenen van de wettelijke voorschriften. Op basis daarvan is de voorlopige conclusie dat wij kunnen voldoen aan de wettelijke eisen en dat de door de raad vastgestelde kadernota verbonden partijen (begin 2016) hiervoor goede aanknopingspunten biedt.

5

Overhead

Dit is een wijziging met veel gevolgen.
Zo moeten de apparaatskosten met ingang van 2017 worden gesplitst in directe kosten en indirecte kosten. Alle indirecte kosten komen voortaan in programma 1, terwijl deze voorheen via een opslag aan alle programma's werden toegerekend. (Zie hieronder voor een schematisch overzicht). Binnen de begroting treden daardoor verschuivingen op. Vanwege de omvang van alle BBV wijzigingen, was er onvoldoende tijd om de verdeling tussen directe en indirecte kosten diepgaand door te voeren en moesten wij volstaan met een 1e, globale verdeling. In een later stadium willen wij die globale verdeling nog eens goed tegen het licht houden en waar nodig verfijnen. Dat kan leiden tot een nadere herverdeling van de apparaatskosten. Vanzelfsprekend informeren wij uw raad daarover in het geval de totalen per programma wijzigen. Het percentage overhead, als totaal van de begroting, komt in 2017 uit op afgerond 12% (begrotingsomvang is € 52,9 mln en overhead is € 6,3 mln). Voor de toepassing van dit percentage op de lokale heffingen verwijzen wij u naar de gelijknamige paragraaf.
Teneinde een goed inzicht te houden in programma 1 voor wat betreft de cijfers, is dit programma opgeknipt in een deel 1.A (Bestuur), 1.B (Ondersteuning) en 1.C (Algemene dekkingsmiddelen).

Rente

Voor de rente zijn de voorschriften aangescherpt wat betreft de berekening van de rentekosten. De interne rentekosten zijn naar de achtergrond verdwenen; de focus is komen te liggen op de externe rentekosten. Dit betekent dat we geen rente meer berekenen over het eigen vermogen (en geen rentebijschrijving op de reserves meer doen), lagere rentekosten en ook een lagere rentevergoeding vanuit de grondexploitaties. Dit leidt tot veel wijzigingen binnen de begroting; per saldo is het uiteindelijke effect echter vrij beperkt. In de paragraaf financiering staan wij nader stil bij de gevolgen van deze BBV-wijziging.
Zoals gezegd: de onderdelen apparaatskosten en rente werken in de hele begroting door, en komen op verschillende plaatsen tot uitdrukking. Veel verschillen tussen 2016 en 2017 zijn daartoe te herleiden.

6

Investeringen met maatschappelijk nut (bijvoorbeeld wegen)

Met ingang van 2017 is het verplicht op alle investeringen met een maatschappelijk nut te gaan afschrijven. Het blijft mogelijk om voor dergelijke investeringen een aparte bestemmingsreserve in het leven te roepen (ter dekking van de kapitaallasten). Het is gewenst die  mogelijkheid open te houden, maar dan uitsluitend voor investeringen boven de € 100.000. Op die manier voldoen we aan (de strekking van) het BBV en kunnen we tegelijkertijd ook ons eigen financieel beleid uitvoeren.

7

EMU-saldo en kengetallen

In de begroting 2016 zijn reeds gegevens over het EMU saldo en landelijke kengetallen opgenomen. Op grond van de nieuwe voorschriften is het nodig om t.a.v. dit onderwerp een vervolgstap te zetten. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de investeringsplanning. Op voorhand verwachten we hier geen knelpunten. Ook werken we aan het automatisch genereren van de benodigde overzichten.  Acties lopen of worden in gang gezet.

 

Schematisch overzicht wijzigingen m.b.t. apparaatskosten

Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen?

1.1 Communicatiebeleid

Meerjarig doel: wat willen we bereiken?
Het doel is begin 2017 nieuw communicatiebeleid vast te stellen waarbij de nadruk ligt op het nog beter verankeren van burgerparticipatie in werkprocessen en het betrekken van jongeren bij nieuw beleid. De uitkomsten van het communicatieonderzoek van januari 2016 vormen input voor het nieuwe beleid, evenals de werkconferentie met de raad over burgerparticipatie. Daarnaast wordt Jong Dalfsen actief ingezet om jongeren meer te betrekken bij nieuw beleid en andere gemeentelijke vraagstukken.

We constateren dat het gebruik van social media door inwoners toeneemt. Als gemeente willen we actief aanwezig zijn op social media om te kunnen reageren op vragen, klachten of complimenten die inwoners en anderen via onze social media kanalen plaatsen (webcare). De inzet van social media maken we tot een vast onderdeel van de communicatiestrategie van verschillende projecten.

Hoe meten we dat?
Het communicatiebeleid wordt begin 2017 aan de raad ter besluitvorming voorgelegd.

Wat gaan we er voor doen?

  • In 2017 wordt het pakket Obi4One actief ingezet om social media te monitoren en in te zetten voor webcare.
  • De inzet van social media maken we tot een vast onderdeel van de communicatiestrategie van verschillende projecten.

1.2 Een gezond financieel beleid blijven voeren met een digitaal instrumentarium

Meerjarig doel: wat willen we bereiken?
Een sluitende en reële meerjarenbegroting is het uitgangspunt. Wij blijven daarom een verstandig en gezond financieel beleid voeren. Wij willen de raad voorzien van actuele informatie zodat de raad in staat wordt gesteld om waar nodig tijdig bij te kunnen sturen. De producten van het planning en control instrumentarium maken we meer toegankelijk voor de raad en onze burgers.

Hoe meten we dat?

Indicator

Bron

Nulmeting

2017

2018

2019

2020

Aantal digitale P&C producten

Eenheid Control & Resultaat

1

3

3

3

3

Voor de financiële kengetallen verwijzen wij u naar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Wat gaan we er voor doen?

  • Effecten van de wijzigingen in de uitvoering van taken (denk aan veiligheidsregio, GBLT, RUD, sociaal domein) op de overhead in beeld brengen.
  • Toerekenen van apparaatskosten aan projecten.
  • Wij stellen u op de hoogte van de herijking van het Gemeentefonds middels een notitie bij de Perspectiefnota.
  • Nota Reserves en Voorzieningen in lijn brengen met BBV wijzigingen.
  • Updaten van de drie 'financiële' verordeningen.

1.3 Informatieveiligheid

Meerjarig doel: wat willen we bereiken?
Informatieveiligheid blijft de nodige aandacht vragen. Door voldoende aandacht te blijven geven aan dit onderwerp willen we ervoor zorgen dat er veilig wordt gewerkt en dat er op een juiste manier wordt omgegaan met - privacy gevoelige - gegevens. Dit betekent ook dat we willen voldoen aan de Baseline Informatiehuishouding Gemeenten (BIG). Dit is een handreiking voor gemeenten om grip en sturing te krijgen op het informatiebeheer. Daarnaast willen we de bewustwording van informatieveiligheid bij de ambtelijke organisatie verbeteren.

Hoe meten we dat?

Indicator

Bron

Nulmeting

2017

2018

2019

2020

Voldoen aan BIG

Eigen gegevens

63%

70%

76%

82%

88%

Wat gaan we er voor doen?

  • Uitvoering gegeven aan het verbeterplan informatiebeveiliging 2017. Dit plan van aanpak beschrijft de concrete verbeteracties in het kader van informatiebeveiliging.
  • Het opstellen van een verbeterplan informatiebeveiliging 2018.

1.4 Missie en visie "Bij Uitstek Dalfsen"

Meerjarig doel: wat willen we bereiken?
Met de missie en visie van de gemeente Dalfsen 2020 wordt beoogd een betekenisvol kader te bieden en richting te geven aan de besluiten en het handelen van de gemeente, maar ook om bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties te prikkelen tot het (mede) ontwikkelen en uitvoeren van plannen en projecten.

Hoe meten we dat?
Meerjarige indicator niet relevant.

Wat gaan we er voor doen?

  • We maken in 2017 een analyse van de huidige missie en visie (tekortkomingen en verwachtingen voor de komende jaren) zodat in 2019 een actualisatie van de missie en visie kan plaatsvinden.

1.5 Ambtelijke organisatie en samenwerking

Meerjarig doel: wat willen we bereiken?
Wij willen een wendbare organisatie zijn waarbij de kernwaarden, resultaatgerichtheid, denken in kansen en mogelijkheden en samenwerken aan het collectieve doel centraal staan. Taakvolwassenheid van onze medewerkers speelt daarbij een belangrijke rol.

Hoe meten we dat?
Meerjarige indicator niet relevant.

Wat gaan we er voor doen?

  • Doorvoeren van aanpassingen in de organisatiestructuur naar aanleiding van de evaluatie van de organisatieverandering per 1 januari 2015.

1.6 Deelname aan verbonden partijen

Gemeenschappelijke regeling Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT)
Gemeente Dalfsen neemt deel aan GBLT. GBLT draagt zorg voor een efficiënte en effectieve heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet WOZ.

Deelnemingen
Daarnaast heeft de gemeente Dalfsen een aandelenbelang in diverse vennootschappen: BNG, Vitens, Wadinko, Enexis Holding N.V., deelnemingen opgericht naar aanleiding van verkoop Essent en Stichting administratiekantoor Dataland. Voor de financiële bijdrage, de financiële kengetallen, ontwikkelingen en risico's van deze verbonden partij verwijzen wij u naar de paragraaf verbonden partijen.

Relevante beleidsplannen en verordeningen

Wat mag het kosten?

Exploitatie en reserve mutaties

Bedragen x € 1.000

Bestuur/onderst/alg.dek.middelRekeningBegrotingBegrotingBegrotingBegrotingBegroting
201520162017201820192020
Lasten-7.094-6.931-9.560-10.137-9.824-10.049
Baten28.97229.53127.39827.97128.24128.792
Saldo van lasten en baten21.87822.59917.83817.83318.41718.743
Storting in reserves-1.628-1.4520000
Onttrekking aan reserves2.2012.3341.2421.192729724
Resultaat22.45123.48219.08019.02519.14619.467

Uitsplitsing naar taakvelden

Bedragen x € 1.000

TaakveldenRekeningBegrotingBegrotingBegrotingBegrotingBegroting
201520162017201820192020
Producten voorgaande jaren21.87822.5990000
Bestuur00-1.141-1.165-1.151-1.159
Burgerzaken00-702-720-734-712
Beheer gebouwen00-56-97-32-34
Overhead00-6.321-6.273-5.873-5.904
Treasury00578400375359
Economische promotie00143143143143
Alg uitkering gemeentefonds0020.64120.95421.23721.751
Overige baten en lasten00-84-284-484-684
OZB woningen002.8432.9022.9442.972
OZB niet-woningen001.7721.8061.8241.842
Belastingen overig00165167168170
Saldo van lasten en baten21.87822.59917.83817.83318.41718.743
Mutaties reserves5728831.2421.192729724
Resultaat22.45123.48219.08019.02519.14619.467

Grafische weergave van lasten en baten naar product

Financiële analyse

Analyse Programma 1

 

2016

2017

verschil

Totaal

23.482.000

19.080.000

-4.402.000

(nadeel)

Overhead/apparaatskosten en rente
Het totaal van de kosten voor overhead wordt met ingang van 2017, als gevolg van de wijzigingen BBV, in programma 1 begroot. Omdat we voorheen de overhead/apparaatskosten over alle programma's verdeelden leidt deze werkwijze tot diverse verschuivingen binnen de begroting.

Bij de rente is eveneens sprake van verschuivingen. Zo wordt als gevolg van de BBV wijzigingen er geen bespaarde rente meer berekend, is er geen toevoeging van die rente aan de reserves meer en ook geen onttrekking van rente aan de reserves meer. Daardoor dalen de rentelasten bij de kapitaallasten en de rente-opbrengsten van de grondexploitatie.

Diverse wijzigingen                         nadeel € 80.000
Het betreft diverse kleine wijzigingen.

Mutaties reserves                        voordeel € 360.000
Aan de reserves wordt geen rente meer toegevoegd, dit betekent minder lasten voor de begroting. Er worden nog wel onttrekkingen aan de reserve gedaan in 2017. Per saldo is dit een voordeel van € 360.000.

Onderdeel 1A Bestuur

Bedragen x € 1.000

Uitsplitsing naar taakveldenBegrotingBegrotingBegrotingBegroting
2017201820192020
Bestuur-1.141-1.165-1.151-1.159
Burgerzaken-702-720-734-712
Saldo van lasten en baten-1.843-1.885-1.884-1.871
Resultaat-1.843-1.885-1.884-1.871

Onderdeel 1B Ondersteuning

Bedragen x € 1.000

Uitsplitsing naar taakveldenBegrotingBegrotingBegrotingBegroting
2017201820192020
Overhead-6.321-6.273-5.873-5.904
Beheer gebouwen-56-97-32-34
Saldo van lasten en baten-6.376-6.370-5.905-5.938
Mutaties reserves1.2421.192729724
Resultaat-5.135-5.178-5.176-5.214

Onderdeel 1C Algemene dekkingsmiddelen

Bedragen x € 1.000

Uitsplitsing naar taakveldenBegrotingBegrotingBegrotingBegroting
2017201820192020
Treasury578400375359
Alg uitkering gemeentefonds20.64120.95421.23721.751
Overige baten en lasten-84-284-484-684
OZB woningen2.8432.9022.9442.972
OZB niet-woningen1.7721.8061.8241.842
Belastingen overig165167168170
Economische promotie143143143143
Saldo van lasten en baten26.05826.08826.20626.552
Resultaat26.05826.08826.20626.552