Programma 7

Sociaal domein

Het programma omvat het sociale domein. Wat wetgeving betreft wordt met name gedoeld op de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet. Ook het jeugd- en jongerenwerk en het welzijnswerk zijn onderdeel van dit programma.

Portefeuillehouder

Taakveld

Portefeuillehouder Von Martels

  • Samenkracht en burgerparticipatie (o.a. eerstelijnsloket WMO en jeugd)
  • Wijkteams (sociale kernteams)
  • Begeleidende participatie (dagbesteding)
  • Maatwerkvoorzieningen (WMO)
  • Maatwerkdienstverlening 18+
  • Maatwerkdienstverlening 18-
  • Geëscaleerde zorg 18+
  • Geëscaleerde zorg 18-
  • Volksgezondheid (CJG)

Portefeuillehouder Van Leeuwen

  • Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds
  • Begeleidende participatie (S.D.W.)
  • Arbeidsparticipatie (reintegratie)

Beleidsindicatoren

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Banen

Aantal per 1.000 inwoners (15 - 64 jaar)

2015

LISA

623,7

721,7

656,4

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Jongeren met delict voor rechter

% 12 t/m 21 jarigen

2012

Verwey Jonker Instituut

1,36

2,57

1,83

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Kinderen in uitkeringsgezin

% kinderen tot 18 jaar

2012

Verwey Jonker Instituut

1,09

5,66

3,53

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Netto arbeidsparticipatie

% van de werkzame beroeps-bevolking ten opzichte van de beroeps-bevolking

2015

CBS

69,8

65,4

66,1

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Achterstands-leerlingen

%
4 t/m 12 jarigen

2012

Verwey Jonker Instituut

7,62

11,61

8,94

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Werkloze jongeren

%
16 t/m 22 jarigen

2012

Verwey Jonker Instituut

0,44

1,21

1,11

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Lopende
re-integratie
voorzieningen

Aantal per 10.000 inwoners (15 t/m 64 jaar)

2015

CBS

28,9

311,9

255,7

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Jongeren met jeugdhulp

% van alle jongeren tot 18 jaar

2015

CBS

8,4

10

9,9

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Jongeren met jeugdbescherming

% van alle jongeren tot 18 jaar

2015

CBS

0,8

1,2

1,1

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Jongeren met jeugdreclassering

% van alle jongeren van 12 tot 23 jaar

2015

CBS

nnb

0,5

0,4

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Cliënten met een maatwerkarrangement WMO

Aantal per 10.000 inwoners

2015

GMSD*

nnb

569

492

* Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein

Aanvullende facultatieve indicator:

Indicator

Eenheid

Periode

Bron

Dalfsen

Nederland

25.000 - 50.000 inwoners

Waardering persoonlijke gezondheid

Score
(0-10)

2015

KING* Burger-peiling

7,8

7,6

n.b.

*KING: Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten

Voor een nadere omschrijving  c.q. definitie van de beleidsindicatoren verwijzen wij naar bijlage 4.7.

Belangrijke ontwikkelingen

Participatiewet
Bij de start van deze kabinetsperiode zijn met sociale partners afspraken gemaakt over de garantiebanen (Quotumwet). Het realiseren van garantiebanen verloopt voorspoedig in de particuliere sector. In de publieke sector worden echter nog weinig garantiebanen gerealiseerd. Veder is als onderdeel van de Participatiewet het nieuwe beschut werken als voorziening geïntroduceerd. Het aantal banen (en personen) voor beschut werken is in Nederland nog erg laag. De staatssecretaris heeft daarom wetgeving aangekondigd waardoor er een verplichting komt voor de gemeenten voor het aanbieden van werkplekken. Het voorstel zit momenteel in de consultatiefase en stuit op veel verzet van gemeenten. Mocht de verplichting voor gemeenten doorgang vinden, dan zal in 2017 worden bezien welke gevolgen dit heeft voor de gemeente Dalfsen.

Beschermd wonen en maatschappelijke opvang
In 2016 is door u de veranderagenda en bijbehorend convenant vastgesteld. Deze zijn ter informatie aan uw gemeenteraad toegestuurd. Hierin staat beschreven hoe we tussen 2016 en 2020 toe gaan werken naar de volledige decentralisatie van beschermd wonen en maatschappelijke opvang in 2020. In de voorjaarnota was vermeld dat deze decentralisatie waarschijnlijk in 2018 gereed zou zijn. Dit is door het Rijk uitgesteld naar 2020.

Verwarde personen
In 2016 is er veel aandacht geweest in de media voor verwarde personen. Vanuit het Rijk is besloten dat gemeenten de regie op deze groep mensen moet nemen. De gemeente Dalfsen is in de zomer van 2016 bezig geweest met een plan van aanpak om te komen tot een sluitende aanpak voor verwarde personen. In 2017 wordt hier uitvoering aan gegeven binnen de gemeentelijke organisatie en ook in regionaal verband.

Wat willen we bereiken en wat gaan we ervoor doen?

7.1 Van Transitie naar Transformatie

Meerjarig doel: wat willen we bereiken?
Op 1 januari 2015 zijn de taken van de Rijksoverheid op het gebied van WMO, jeugdzorg en de Participatiewet overgedragen aan de gemeenten. De overdracht van deze taken wordt ook wel de transitie genoemd. Vanwege de grote veranderingen die met de decentralisatie opdracht (oftewel de transitie) gepaard gingen, heeft onder andere de gemeente Dalfsen de keuze gemaakt om waar mogelijk zorg en ondersteuning te continueren op het niveau van 2014. Dit vanuit het idee dat de inwoners niets hoefden te merken van de veranderingen bij de overheid.
Maar hiermee is nog geen sprake van transformatie, de oorspronkelijke gedachte en opdracht achter de decentralisaties: de aanname dat gemeenten dichter bij cliënten en de gemeenschap staan en hierdoor beter kunnen sturen op preventie, ondersteuning, maatwerk oplossingen en vrijwillige inzet vanuit de samenleving.  Binnen de gedachte van de transformatie geven regels richting, maar kan een andere oplossing (die niet binnen regels past) soms beter passend zijn. Er is ruimte voor nieuwe, passende, creatieve en doelgerichte oplossingen. Dit alles met als doel om, waar mogelijk, preventief of vroegtijdig te zoeken naar een passende oplossing zodat duurdere of langere ondersteuning en/of zorg voorkomen kan worden.  

Voorbeeld 1
Een erg onzekere cliënt blijkt last te hebben van zijn slechte gebit. Gevolg is een slechte presentatie bij werkgevers, maar ook een negatieve houding waardoor cliënt vaak te laat komt, afspraken niet nakomt. De cliënt probeert presentatie situaties te vermijden. Vanuit de gemeente is besloten om een nieuw gebit te vergoeden. Resultaat is dat de cliënt steeds zelfverzekerder is geworden en op dit moment als betaalde kracht voor 40 uur per week aan het werk is

Voorbeeld 2
Een echtpaar komt met een zorgvraag voor een tandem bij een Wmo-consulent voor hun zoon van tien jaar. Het betreft in eerste instantie een Wmo-voorziening, maar de Wmo-consulent besluit bij het gesprek ook een jeugdconsulent uit te nodigen, omdat het gevoel heerst dat er meer achter de vraag schuil gaat. Uit het gesprek blijkt inderdaad dat dit zo is, en blijkt dat de ouders tegen een burn-out lopen. Er wordt respijtzorg geïndiceerd, waardoor de zoon eens in de zoveel tijd  op een zorgboerderij terecht kan. De ouders worden hiermee ontlast, en kunnen weer op adem komen.  

Het werken aan de transformatie heeft in 2017 en 2018 prioriteit en kost veel tijd. Het betekent dat we ons werk anders moeten gaan doen dan we altijd gedaan hebben.

Het proces om te komen van transitie naar transformatie staat centraal in veel beleidsterreinen die raken aan het sociaal domein, maar centraal staan de onderwerpen participatie (7.2), jeugd en WMO (7.3).

Wat gaan we er voor doen?

  • In 2017 wordt het maatwerkbudget ingesteld en gaan we dit budget monitoren en in de

halfjaarsrapportage uw gemeenteraad hierover informeren. Waar nodig zullen wij voorstellen doen voor beleidsmatige verankering.

  • In 2017 worden er drie bijeenkomsten georganiseerd voor de eenheid Maatschappelijke Ondersteuning waarbij er wordt gewerkt aan de invoering van de transformatie.
  • De bijeenkomsten geven input voor een projectplan voor de eenheid Maatschappelijke Ondersteuning hoe we, zowel inhoudelijk (beleidsvelden) als organisatorisch, komen van  transitie naar transformatie.

7.2 Participatie

Hoe meten we dat?

Indicator

Bron

Nulmeting

2017

2018

2019

2020

Detachering aantal personen via SDW

Administratie SDW

nvt

15

20

20

20

Aantal garantiebanen*

Eigen gegevens

nvt

10

15

20

25

*Het UWV is verantwoordelijk voor de registratie van de garantiebanen. Het UWV kan het aantal garantiebanen niet uitsplitsen per gemeente. Wij kunnen alleen bijhouden welke garantiebanen door de gemeente zelf zijn gerealiseerd bij werkgevers.

Wat gaan we er voor doen?

  • In het Regionaal Werkbedrijf maken we afspraken over de invulling van de werkplekken voor beschut werk.
  • In 2017 zullen we via groepsgewijze aanpak dertig personen met een participatieuitkering een re-integratietraject aanbieden.
  • In 2017 willen we een kans benutten een bedrijf in onze gemeente te realiseren voor afvalscheiding en –demontage. De opzet is binnen dit bedrijf werkgelegenheid te realiseren voor inwoners met een uitkering.
  • Wij gaan met SMON (Stichting Maatschappelijke Opbouw Nieuwleusen) een overeenkomst afsluiten over intensieve trajectbegeleiding en re-integratie van probleemjongeren (voortzetting 1000-jongerenplan).
  • Eind 2016 zullen wij een notitie opstellen voor de specifieke doelgroep vergunninghouders met onder andere acties en maatregelen voor de inburgering en re-integratie van deze doelgroep. Uiterlijk in december zal de gemeenteraad deze notitie ontvangen.
  • Eind 2016 zullen wij een re-integratieplan opstellen voor de gehele doelgroep Participatiewet. Uiterlijk in december zal de gemeenteraad dit plan ontvangen.

7.3 Wmo en jeugd

Hoe meten we dat?

Indicator

Bron

Nulmeting

2017

2018

2019

2020

Cliëntervaring met betrekking tot kwaliteit van geleverde ondersteuning

Cliëntervaringsonderzoeken Wmo (% cliënten dat de kwaliteit van de ondersteuning als goed ervaart)*

84%

85%

85%

86%

86%

Jaarlijks komen minimaal 3 nieuwe initiatieven tot stand die bijdragen aan de transformatie opgave jeugdzorg

Subsidieboek

3

3

3

3

* De score op het cliëntervaringsonderzoek kan in de toekomst vergeleken worden met scores van andere gemeenten. Momenteel zijn deze cijfers echter nog niet gepubliceerd.

Wat gaan we er voor doen?

  • Het beleidskader Wmo “Met elkaar voor elkaar” loopt tot en met 2016. Voor de jeugdhulp is het van belang dat na de decentralisatie een beleidskader opgesteld wordt. In het eerste kwartaal  2017 wordt een nieuw beleidskader Wmo en Jeugdhulp voor de periode 2017- 2021 aan de raad voorgelegd met bijhorende verordening en beleidsregels.
  • We onderzoeken waarom mensen stoppen met Wmo voorzieningen. Dit doen we omdat er landelijk signalen zijn dat de eigen bijdrage voor de Wmo leidt tot minder hulpafname. De gemeenteraad ontvangt een onderzoeksrapport in 2017.
  • Er wordt onderzocht of de cliënten die gebruik hebben gemaakt van de huishoudelijke ondersteuning (HH1) nog steeds de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. De gemeenteraad ontvangt in het voorjaar van 2017 een analyse naar aanleiding van dit onderzoek.

7.4 Toekomstgericht welzijnsbeleid 2017-2020

Meerjarig doel: wat willen we bereiken?
Binnen het toekomstgerichte welzijnsbeleid dat in 2017 start, willen we breed inzetten op preventie, vroegsignalering en goede innovatieve oplossingen. In 2017 starten de eerste projecten die vanuit de subsidieregelingen "innovatieve preventie projecten" en "maatschappelijke duurzaamheid" worden toegekend. Dit alles met als doel dat het fijn wonen (en werken) is in de gemeente Dalfsen, maar ook om duurdere zorgkosten te voorkomen.

Hoe meten we dat?
We gebruiken de GGD gezondheidsmonitor (1x per 4 jaar uitgevoerd) en het Belevingsonderzoek Wmo (1x per 2 jaar uitgevoerd) om te constateren of de uitvoering van het welzijnswerk bijdraagt aan de gestelde doelen. In 2017 vinden deze onderzoeken niet plaats.

Wat gaan we er voor doen?

  • Afstemming met de welzijnspartijen over de uitvoering van de nieuwe welzijnsopdracht.
  • Begeleiding rondom de opdracht om als drie organisaties te komen tot één welzijnskoepel.
  • In afstemming met de participatieraad een klantenpanel oprichten.
  • Het vrijwilligers- en mantelzorgbeleid onderbrengen bij de welzijnskoepel in oprichting.

7.5 Publieke gezondheid

Meerjarig doel: wat willen we bereiken?
Het gezondheidsbeleid heeft tot doel bij te dragen aan een gezondere leefstijl van inwoners. We streven naar:

  • Het in stand houden van de hoge ervaren gezondheidsscore van inwoners.
  • Het in stand houden of bevorderen van een gezonde leefstijl van inwoners.
  • Het boeken van gezondheidswinst voor en met kwetsbare groepen door risicofactoren aan te pakken en beschermende factoren te versterken.

Hoe meten we dat?
Zie facultatieve indicator 'waardering persoonlijke gezondheid' onder het kopje beleidsindicatoren programma 7.

Wat gaan we er voor doen?

  • In het eerste kwartaal  2017 wordt de beleidsnota "Publieke gezondheid  2017-2020" aan de raad aangeboden. De beleidsnota zal beknopt zijn en de nadruk zal met name liggen op het uitvoeringsprogramma voor deze periode.

7.6 Deelname aan verbonden partijen in het sociaal domein

GGD IJsselland
De gemeente Dalfsen neemt deel aan de gemeenschappelijke regeling GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) IJsselland. De GGD bouwt voor gemeenten in IJsselland aan publieke gezondheid. GGD IJsselland voert de taken uit zoals deze in de wet Publieke gezondheid aan gemeenten zijn opgedragen, zoals Jeugdgezondheidszorg, infectieziektebestrijding, monitoring van gezondheid en advies over gezondheidsbeleid gemeenten en de zorg voor publieke gezondheid bij crisis en rampen.

Bedrijfsvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland
Gemeente Dalfsen neemt tevens deel aan de bedrijfsvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland. De regeling is getroffen ter ondersteuning en uitvoering van de taken van de colleges in het kader van de Jeugdwet, in het bijzonder de inkoop van diensten in het kader van specialistische jeugdzorg. De uitvoeringsorganisatie fungeert als inkoop- en betalingsorganisatie van de deelnemende gemeenten in principe tot en met 31 december 2016. Op het moment van schrijven wordt gewerkt aan een visie op de samenwerking voor de periode 2017-2020. Vooruitlopend op de besluitvorming is het besluit genomen om de gemeenschappelijke regeling in 2017 voort te zetten om proces van inkoop en contractering tijdig doorgang te doen vinden

Stichting Dalfsen Werkt
Ons doel met de stichting is het tot stand brengen en in stand houden van de werkvoorziening voor Dalfsenaren met een arbeidsbeperking. Daarnaast zetten wij de stichting in als re-integratie instrument voor onze inwoners die aangewezen zijn op inkomensondersteuning.

Voor de financiële bijdrage, de financiële kengetallen,  beleidsvoornemens, ontwikkelingen en risico's van deze verbonden partijen verwijzen wij u naar de paragraaf verbonden partijen.

Relevante beleidsplannen en verordeningen

Wat mag het kosten?

Exploitatie en reserve mutaties

Bedragen x € 1.000

Sociaal domeinRekeningBegrotingBegrotingBegrotingBegrotingBegroting
201520162017201820192020
Lasten-18.824-19.242-17.996-17.763-17.588-17.455
Baten13.01312.18111.57111.27311.08110.904
Saldo van lasten en baten-5.811-7.061-6.425-6.490-6.507-6.552
Onttrekking aan reserves197150909000
Resultaat-5.614-6.911-6.335-6.400-6.507-6.552

Uitsplitsing naar taakvelden

Bedragen x € 1.000

TaakveldenRekeningBegrotingBegrotingBegrotingBegrotingBegroting
201520162017201820192020
Producten voorgaande jaren-5.811-7.0610000
Samenkracht&burgerparticipatie00-1.870-1.921-1.911-1.906
Wijkteams00-1.158-1.172-1.176-1.184
Begeleidende particpatie00-4.104-3.859-3.808-3.811
Arbeidsparticipatie00-422-456-460-462
Maatwerkvoorzieningen (WMO)00-413-414-414-414
Ov uitkeringen gemeentefonds0010.92810.63110.43910.262
Maatwerkdienstverlening 18+00-6.189-6.115-6.081-6.098
Maatwerkdienstverlening 18-00-2.260-2.246-2.249-2.090
Geëscaleerde zorg 18-00-123-124-124-124
Volksgezondheid00-813-813-723-723
Saldo van lasten en baten-5.811-7.061-6.425-6.490-6.507-6.552
Mutaties reserves197150909000
Resultaat-5.614-6.911-6.335-6.400-6.507-6.552

Grafische weergave van lasten en baten naar product

Financiële analyse

Analyse Programma 7

 

2016

2017

verschil

Totaal

-6.911.000

-6.335.000

576.000

(voordeel)

Overhead/apparaatskosten en rente
Het totaal van de kosten voor overhead wordt met ingang van 2017, als gevolg van de wijzigingen BBV, in programma 1 begroot. Omdat we voorheen de overhead/apparaatskosten over alle programma's verdeelden leidt deze werkwijze tot diverse verschuivingen binnen de begroting.

Bij de rente is eveneens sprake van verschuivingen. Zo wordt als gevolg van de BBV wijzigingen er geen bespaarde rente meer berekend, is er geen toevoeging van die rente aan de reserves meer en ook geen onttrekking van rente aan de reserves meer. Daardoor dalen de rentelasten bij de kapitaallasten en de rente-opbrengsten van de grondexploitatie.

Integratie-uitkering                        neutraal
Vanwege de vastgestelde regel, we doen het voor de middelen die we ervoor krijgen, geeft een daling van de integratie-uitkering (bate) een daling van de lasten voor eenzelfde bedrag.

Huishoudelijke Hulp Toelage                     nadeel € 310.000
In 2016 was het budget lasten HHT eenmalig  € 310.000 hoger dan in 2017.

Haalbaarheidsonderzoek WSW                  nadeel € 130.000
Door het haalbaarheidsonderzoek zelf uitvoeren WSW is in 2017 € 130.000 bijgeraamd, dit was in 2016 niet het geval.

Mutatie reserves                        nadeel € 60.000
In 2016 is de onttrekking aan de reserve voor het open houden van consultatiebureaus € 150.000, in 2017 is de onttrekking € 90.000.

Diversen                           voordeel € 22.000
Overige verschillen € 22.000 voordeel.